Mongolië, het land van de blauwe luchten
Mongolië is een bijzonder land om te fietsen. De helft van de bevolking leeft als nomade. Wanneer de kuddes zijn uitgegraasd pakken de Mongolen hun ger weer in om die elders op weer een andere grasvlakte op te zetten. Als fietser doe je niet veel anders. Heerlijk fietsen met je neus in de wind door de vrije natuur over hobbelige groene weiden, zandpaden, karrensporen en af en toe een stukje asfalt. Je tent opzetten en genieten van mooie avondluchten.
De andere helft van de Mongolen woont in dorpen en stadjes. Waar je voorraad kunt inslaan in de kleine winkeltjes die van alles verkopen of in grote supermarkten met een uitgebreid aanbod. Waar je kunt internetten, een bad nemen in een hotelletje of zo snel mogelijk weer verder trekt.
Een bijzonder land van sjamanen, ovoo’s, lange Russische overheersing en fluwelen revolutie. Een land van gastvrijheid en tegenstrijdigheden…
De blauwe route heb ik gefietst in 2008: UlanBator – Bayangol – Dahan – Erdenet – Bulgan – HutagOnder – IhUul – Moron – Hatgal – Moron – ShineIder – Jargalant – Tariat – IhTamir – Tsetserleg – Harhorin – Erdenesant – Lun – UB
Mongolië was deel van mijn lange fietsreis 2007-2009. In de zomer van 2008 zat China min of meer op slot vanwege de Olympische Spelen, in Xinjiang waren toeristen en zeker fietstoeristen niet meer welkom. De geplande fietstocht overland vanuit Pakistan/Kashgar naar Beijing werd daardoor helaas onmogelijk gemaakt. Om toch naar Mongolië te gaan kon ik dan ook niet anders dan vanuit Pakistan vliegen naar Ulan Bator. Aan het einde van mijn fietstocht door Mongolië stond de deur naar China voorzichtig weer open. Vanuit UB ben ik per trein naar Huehot in Noord China gereisd om vandaar verder te fietsen.
Geldzaken
De munteenheid is tugrik.
1000 tugrik = ca. 43 eurocent (Februari 2014)
1 euro = ca. 2300 tugrik
$1 = ca. 1716 tugrik
1 yunan (china) = ca. 283 tugrik
Landschap
Steppe, woestijn, halfwoestijn en bergen. Mongolië ligt op een hoogvlakte met een gemiddelde hoogte van 1580m boven zeeniveau. De hoogste berg is Nayramadlin Orgil met 4374m. Het laagste punt is Hoh Nuur op 518m. UlaanBaatar ligt op 1350m.
Het is een leeg land, grotendeels een heuvellandschap, vaak pittige klimmetjes van 8% of meer. Veel langere klimmen van enkele km van 4%-8% en ook weer even lange afdalingen. Tussen de vele heuvelruggetjes vaak vlak of valsplat. Begroeiing langs de weg is zeldzaam; geen schaduw in de hitte, geen bescherming tegen de wind, geen schuilplaats in de regen. Maar juist dat lege, ruige landschap is de aantrekkingskracht van Mongolië.
Onnoemelijk veel rivieren en riviertjes slingeren door het land. Sommige gebieden zijn droog, weinig riviertjes te zien. In andere gebieden overal glinsterende kronkelende linten. Soms natte voetenwerk bij het doorkruisen. Ik heb niet meegemaakt dat het onmogelijk was om riviertjes over te steken.

Overnachten
Een fietstocht door Mongolië is zonder tent onmogelijk, het land lijkt dan ook één groot kampeerterrein behalve in de nationale parken. Kampeer echter liever niet te dicht bij dorpen en stadjes vanwege de dronkaards die het je flink lastig kunnen maken. Een goede regel is om je tent bij een ger te plaatsen. Voor (solo)vrouwen zou ik aanraden een ger te zoeken waar ook vrouwen en eventueel kinderen zijn. Heb je een plek gevonden kom dan niet te dicht bij de ger. De hond gaat vreselijk tekeer maar waarschuwt zo wel de baas die je dan een mooie plek aanwijst zodat je niet in de weg staat voor het vee of letterlijk onder de voet wordt gelopen door kuddes schapen. Binnen een straal van ca. 100m is de baas van de ger verantwoordelijk voor je veiligheid. Je bent uiteraard vrij om je tent overal op te zetten.
Leg de fiets bij voorkeur plat op de grond naast de tent (of in de tent als die ruimte er is), met lijntjes verbonden aan fietstassen of rammelende dingen in de voortent. Hou al je andere spullen altijd binnen in de tent vanwege rondsnuffelende honden, een verdwaald schaap of een vervelend mens.
Vaak proberen nomaden een praatje met je te maken, trakteren je op thee, melkkoekjes of bieden zelfs een maaltijd aan. Ik ben altijd zelfvoorzienend maar thee bij aankomst of in de frisse morgen is best fijn. Ik had zelfs vrouwen te gast bij mijn tent om samen m’n potje soep delen. Maar heb je echt iets nodig van hen, betaal er dan ook voor.
Soms hebben de nomaden een gammel poephuisje gebouwd met slechts een gat in de grond en een of twee planken erop om op te staan. Zo niet dan moet je een eigen plekje vinden hoewel het in het open landschap lastig kan zijn om je verdekt op te stellen. Begraaf gebruikt toiletpapier minstens 15cm in de grond, verbrand het of liever nog, gebruik alleen water.
In toeristische gebieden vind je ook wel gerkampen. Het is niet mijn ding omdat 20 gers bij elkaar mij te massaal is en bovendien zijn ze nogal prijzig. Er zijn echter ook ‘ger guesthouses’ van 2 of 3 tenten. De tenten worden heerlijk verwarmd met een potkachel wanneer het weer eens ijzig koud is geworden, hebben beperkt of geen verlichting maar meestal wel de typische kleurige bedbanken. Hoe romantisch, met het dekbed om je heen genieten van de vlammetjes in de kachel en van de kaars! De gastheer zorgt dat het kacheltje blijft branden en voor het ontbijt. Het sanitair is meestal eenvoudig en ligt buiten de ger. Deze kampen – groot en klein – moet je ruim tevoren boeken maar bij plotseling slecht weer bijvoorbeeld staan heel wat gers ineens leeg! Ik heb eenmaal in een ger geslapen in een ‘ger guesthouse’ en ik had zeker geluk. In principe deel je een ger met anderen. Als je dat niet wilt moet je voor alle bedden betalen, meestal 4. Wanneer het heel stil is, is de kans op een medereiziger erg klein en boek je alleen wat je nodig hebt, dan heb je de tent toch voor je alleen.
In de grotere plaatsjes, soms in een klein dorpje, zijn hotelletjes of guesthouses. Guesthouses zijn vaak meer homestay-stijl, een extra kamer in een woning of flatgebouw voor wat extra inkomsten, heel huiselijk. Het leuke is dan dat je wat meer in contact komt met de Mongolen zelf en ook meer over hen en hun leven leert. Blijf je ergens langer dan kan een tijdelijk appartementje uitkomst bieden. In UB bijvoorbeeld kan dat heel wat goedkoper zijn, vooral als je met nog wat mensen bent. Informeer bij Café Amsterdam. Echte guesthouses zijn wel in opkomst zoals die in Tsetserleg bijvoorbeeld.
Plee
Toiletteren in Mongolië is een aparte bezigheid. Omdat het land één groot kampeerterrein is hoef je je niet heel druk te maken waar je je behoefte doet. Toch, in het wild, doe het op veilige afstand van rivieren, minstens 100m, wel zo netjes. Begraaf je ‘product’ minstens 15cm diep (om te voorkomen dat het gemakkelijk weer naar boven komt of wordt opgegraven door het vee) en verbrand het gebruikte papier. Een buitentoilet kom je wel tegen en is niet meer dan een diep gat in de grond met één of twee planken daarboven om op te hurken of te staan. Die planken kunnen glad en vies zijn, stevige schoenen aanbevolen! Soms is er een hokje omheen of een zeil, meestal aan de voorkant helemaal open zodat je een mooi uitzicht hebt. Let op in hotelletjes, daar staat vaak een emmertje voor het gebruikte papier omdat de afvoer het niet kan verwerken.
Tijd
Mongolië heeft drie tijdzones. Centraal-, Zuid- en Noord-Mongolië liggen in GMT +8. In onze zomertijd is het er 6 uur later, in onze wintertijd 7 uur later dan in Nederland en België. Mongolië heeft geen zomertijd.
West-Mongolië met Bayan-Olgii, Uvs en Khovd ligt in GMT +7.
Oost-Mongolië met Dornod, Sukhbataar en Khentii ligt in GMT +9.
Verkeer
Verkeer in Mongolië? Nauwelijks, behalve in UB. Het kan wel eens een dag meezitten maar over het algemeen zijn de hoofdstraten in UB volgepakt met auto’s en ze bekommeren zich niet om fietsers en voetgangers. Zeker wanneer je terugkomt van het lege, landelijke Mongolië valt UB erg tegen waar je de smog kunt snijden.
Wegen
Het bijzondere van Mongolië is dat er maar heel weinig asfalt is en verder vooral paden en sporen. Het voordeel van asfalt is dat een regen- of sneeuwbui niet echt hinderlijk is en dat je in een lekker tempo kan fietsen. Paden zijn soms van hard leem zodat het nog best redelijk fietsen is maar vaak zijn het modderpaden, baggerpaden, wasborden, steenslag en paden van rul zand en gravel. Of sporen in het gras getrokken. Je kunt altijd weer een nieuw spoor maken ofwel gewoon het gras in dat nogal eens hard en stekelig is. Dat doen de Mongolen ook maar dan met de auto waardoor een wirwar van vele sporen is ontstaan. Dat maakt het moeilijker om de juiste richting aan te houden, er staan geen bordjes bij waar het spoor naartoe gaat. Een kompas is daarom handig en hou ook de stand van de zon in de gaten, zolang die zich laat zien. Ik heb zonder kompas gefietst en het ging goed, geholpen door een nomade hier en daar. Soms kun je ook de elektriciteitspalen volgen naar het volgende stadje.
Mongolië heeft veel plaatsen met dezelfde naam die elk weer in een andere provincie liggen, dat maakt zoeken op de kaart soms lastig. Met de komst van de gps is het heel wat gemakkelijker om je weg te vinden maar ook heel wat minder avontuurlijk.