Welkom in Polen

En dan fiets ik Polen binnen, het vierde land op deze tocht. Het verschil met Tsjechie is groot en direct merkbaar. Ik wil de Tsjechen, die over het algemeen introvert zijn, niet van onvriendelijkheid betichten maar i.t.t. vorige keren waren ze nog weleens echt chagrijnig en onverschillig. Het staat of valt kennelijk met of iemand Engels of Duits spreekt. De Polen zijn uitbundiger, spontaner, gastvrij, behulpzaam en over het algemeen makkelijk aanspreekbaar. Dat is mijn ervaring in elk geval en dat ligt me wel. Onderweg word ik nu diverse keren aangesproken en gaan de duimen omhoog, leuk he!

Op weg naar Walbrzych – spreek uit als Waubzjich met een zachte g, ongeveer  – fiets ik eerst over smalle rustige wegen waar ik ook weer fijn wat klimmen mag, ik kom zelfs tot bijna 600m hoogte. De sfeer vind ik echt anders, authentieker maar ook veel vervallen huizen. Economisch gaat het vele Polen niet goed. En dan nemen ze ook nog eens 5 miljoen Oekraïners op, er waren er al 2 miljoen. Het zijn overigens vooral de gewone mensen die de vluchtelingen opnemen en onderdak bieden. De regering strijkt met de eer om de centen uit Europa alsnog binnen te halen.

Dichterbij de stad kom ik op de drukkere wegen waar ik natuurlijk zo snel mogelijk weer vanaf wil. Ik vind een mooi weggetje langs een klein riviertje en dan door de korenvelden verder. Ineens wordt dat weggetje wel heel erg smal en eindigt bij een verroest hek. Ik wurm me er net door en ben dan op het lokale tuincomplex. Ik blijf aan de rand van de stad en fiets even later de straat van het hotel in. Redelijk vervallen en verwaarloosde huizen, ojee wat heb ik nou weer geboekt… De huizen worden nog bewoond ook, frisse gordijntjes en fleurige plantjes in alle grauwheid. Het hotel is een beetje gedateerd maar heeft daardoor ook wel iets van charme.

Omdat er voor de volgende dag echt veel regen is voorspeld heb ik een hotelletje geboekt voor twee nachten. Droog en luxe! Ik kan er ook eten, voor een habbekrats, echte Poolse kost zoals de bietensoep met ‘oren’. Het ligt nogal afgelegen met alleen een supermarkt in de buurt, geen cafeetje of restaurantje. Binnen slapen is wel even wennen, ik ben bekaf maar doe bijna geen oog dicht.

 

 

Zaterdag valt dan de aangekondige bui maar het stelt helemaal niks voor en is zo weer voorbij. Dus ik naar mijn favoriete Poolse supermarkt Biedronka, ik heb iets met dat bijtje…  Ik zit amper op de fiets of een serieuze bui breekt los, in een mum ben ik totaal doorweekt. Regenkleding in hotel gelaten. Zal ook zo wel weer overgaan denk ik en trap verder omhoog. Maar dan gaat het nog harder regenen, lijkt wel hagel! Dat zijn die 15km dan toch niet waard, boven op de top keer ik maar terug naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Ik suis omlaag door de plassen en geniet! Na die enorme hitte de laatste weken is dit heerlijk. Als een verzopen kat loop ik de winkel in waar men verschrikt opzij springt voor zoveel nattigheid, ik zeg vrolijk gedag, in het Pools natuurlijk! Mijn dag kan niet meer stuk! Buiten is het warm maar binnen koel ik razendsnel af, brrr…

Eenmaal droog in het hotel stopt de regen maar niet voor lang. Sindsdien regent het aan een stuk door met hooguit een uurtje pauze hier en daar. Het paadje naast mijn hotelraam is een riviertje geworden. Twee nachten hotel worden drie en vier en het regent nog steeds. In nacht vijf is het hotel al volgeboekt en moet ik verhuizen. Gelukkig is er vlakbij nog een ‘noclegi’, zo een die je nooit op een website zal vinden behalve bij de visclub. Maar de receptioniste van het hotel met wie ik het deze dagen goed kan vinden, ze kookt ook vegetarisch voor me, heeft dit geregeld. Tussen de buien door fiets ik naar het eenvoudige guesthouse met de prachtige naam ‘Café onder de Gouden Vis’. Eigenlijk voel ik me daar meer op mijn gemak en ook Happy went weer snel. Het café is echter gesloten. ‘s Middags stopt dan eindelijk de regen dus ik alsnog naar de Biedronka voor mijn vega curryworstjes! Zigzaggend tussen talloze slakken op het fietspad. De lucht is zo vochtig dat het lijkt of het miezert, zo heel fijntjes, heel lekker om doorheen te fietsen, ik word niet echt nat maar blijf ook niet echt droog. ‘s Avonds kook ik buiten mijn potje en bak worstjes. Ik ben tegen ‘vleesvervangers’ en ik vind ze ook niet te hachelen maar deze vegaworstjes zijn toch lekker!

Alweer een grens over

Duits-Tsjechische grens aan de Elbe

Na enige vertraging  en precies 1260km bereikt de Happykaravaan de Tsjechische grens. Sinds Dresden volgen we de Elbe die nog steeds best mooi is, ik heb hier al eens eerder gefietst. Aan de overkant ligt het NP met de vele rotsen en holen. Het fietspad van glad asfalt trapt lekker door, beetje omhoog beetje omlaag met veel zitjes en cafeetjes onderweg. Het is druk met fietsers, de meeste fietsen stroomafwaarts – de bron van de Labe zoals de Elbe in Tsjechië heet ligt hoog in het Reuzengebergte, de Krkonose. Stroomopwaarts kom ik een aantal keer dezelfde fietsers onderweg en op de campings tegen, Duitse, Poolse, Franse en Nederlandse.

 

Op het Tsjechische traject zit de uitdaging vooral in de staat van de fietswegen, het is aanmerkelijk rustiger geworden.  Veel fietsers slaan af naar Praag. Na de eerste paar dagen over vooral goed asfalt moeten poes Happy en ik eraan geloven. We denderen weer over grove steenslag, gebroken asfalt,  kasseien en boomwortels die via het asfalt naar boven komen, die zijn echt gemeen. Ik manoeuvreer over singletracks en andere smalle paadjes. Meer dan eens is links en rechts van het paadje zo ongelijk dat de aanhanger extra dendert. Dan ga ik lopen, de kar is al eens omgeslagen en Happy was daar niet blij mee.

 

 

Om mijn darmen én Happy te vriend te houden probeer ik zoveel mogelijk een alternatief te vinden maar dat lukt niet altijd. Ik gebruik komoot nog maar sinds kort. Iemand gaf me een tip, geef racefiets aan, dan vermijdt komoot het gravel en andere zooi. Kennelijk denkt komoot dat wielrenners van snelwegen en stijle heuvels houden want meer dan ineens beland ik zo op gevaarlijk drukke wegen of steile hellingen terwijl er bij nader inzien veel leukere alternatieven zijn. Na wat uitproberen kom ik uit op dit profiel: e-bike, toerfietsen en ongetraind! 😜 hahahahahaha… En dan de route goed nalopen om niet alsnog op een snelle weg uit te komen.

Eigenlijk zijn die kleine wegen weg van de Labe veel leuker, door kleine dorpjes waar ik niet alleen maar water zie, langs de lokale winkeltjes, de ‘potraviny’ die opvallend vaak door Vietnamezen worden gerund. Ik moet wel regelmatig en soms flink klimmen. Ondanks de Pendix is het toch echt wel flink bijbeuken met de vracht die ik bij me heb, het is ook nog eens behoorlijk warm. Ik heb besloten om boven de 30C niet te fietsen maar die grens is af en toe vaag.
Zo nu en dan kom ik toch op wat drukkere wegen als ik bvb in Melnik wil kamperen. Dat is even wennen na het fietsvriendelijke Duitse verkeer. De Tsjechen rijden me niet omver maar rammen toch behoorlijk door, rare taferelen heb ik gezien waarbij het maar net goed gaat.

 

 

 

Al sinds Dresden fiets ik langs het spoor, het zijn vooral de vrachttreinen die flink lawaai maken. De campings liggen tussen de rivier en het spoor, mijn oordoppen houden de herrie niet meer buiten. Op het eerste cyklo kemp in Tsjechië in Brna is het wel heel erg. Aan de overkant van de rivier loopt het spoor maar ook aan onze kant, een paar meter achter de camping loopt een spoor. ’s Avonds om 11u wordt het extra druk lijkt wel, elke 10 minuten minstens, aan deze kant of de overkant, soms tegelijkertijd, dendert met ontzettend veel lawaai een trein voorbij. Slechts een paar uurtjes is het rustig. Op het volgende cyklo kemp ligt gelukkig alleen aan de overkant een station, ook daar wordt de frequentie van vrachttreinen om 11u ’s avonds opgevoerd.

Daar doet zich nog een ander probleem voor. Disco avond! Ik blijf er een extra nachtje om wat slaap in te halen, ook Happy heeft een rustdagje nodig maar dit waren ze vergeten te melden. Want ineens is er een soort van paniek. Een gezin dat net is aangekomen is gewaarschuwd, veel lawaai en dronken jongeren die het kampveld bezetten, onveilig! Wat doe je dan als het al 8u in de avond is? Inderdaad, blijven en maar afwachten, veel erger dan die treinen kan het toch niet worden.
Het gezin vlucht weg, een stel met busje dat er al stond verplaatst het vehikel tot naast mijn tent voor mijn bescherming, dat is aardig. Er komen nog wat late fietsers binnen dus ik sta niet als enige met tent op het veld. En wat denk je? Niks aan de hand! Van de discomuziek heb ik niets gehoord, af en toe lopen groepjes jongeren over het pad langs het kamp, een paar hebben er even gezeten maar last heb ik er niet van gehad. Er rijden zelfs geen vrachttreinen! Heerlijk stil was het, eindelijk weer eens slapen! Die cycklokemps zijn wel leuk trouwens, vol nationale en internationale fietsers. Voor campers is amper plek.

Er is wel iets geks op de Tsjechische campings vind ik. De toiletdeuren kunnen nogal eens niet op slot, douches zijn verre van privé. Of alle douches in één ruimte zoals in het zwembad, of een klein hokje met een veel te smal gordijntje, of de deur kan weer niet op slot, of een inloopdouche die op een muntje loopt en zodra het op is springt ie op groen en komt de volgende terwijl ik me nog sta af te drogen. Vreemd…

Ook wel vreemd vind ik de onverschilligheid soms, vreemd omdat ik dat niet van de Tsjechen ken. In Decin is een camping onder de snelweg. Zeven jaar terug kwam ik hier onverwacht langs, de camping was net begonnen en we hadden een tijdje zitten kletsen. Ik ben nog steeds niet van plan hier te kamperen, ‘s nachts zou het hier rustig zijn maar ik geloof er niks van, het is in die 7 jaar alleen maar drukker geworden. Maar ik ga even langs voor een praatje of koffie, nieuwsgierig of de plannen van toen zijn verwezenlijkt. De man van toen lijkt niet meer betrokken te zijn, wel is er een barretje dus ik ga voor een cappuccino. Ik krijg een melkkoffie zonder schuim. Nou smaakt dat ook prima natuurlijk maar ik ben wel nieuwsgierig.

“Is dit een cappuccino?”
De jongen kijkt achterom naar het apparaat. “Uh ja”
“Maar er zit geen schuim op”
“Nee”
“Dan is het toch geen cappuccino?”
De jongen kijkt me onnozel aan, kijkt nog eens achterom en haalt zijn schouders op.
Dat is het dan.

Na weer een halve dag denderen hou ik de Labe voor gezien, ik ben er klaar mee en snij een flink stuk af.  Over stille wegen en weggetjes fiets ik door een glooiend landschap, omhoog en omlaag, steeds een beetje hoger, door de kleine dorpjes, kale landerijen of mooie stukjes bos. Soms zijn die wegen al duizend keer gerepareerd, zitten vol hobbels van die duizenden plakkers maar zijn altijd nog veel beter te fietsen dan de ellende langs de Labe. Het blijft heet, er is weinig wind die voor afkoeling kan zorgen behalve als ik naar beneden glij.

 

Happy laat zich moeiteloos elke heuvel die ik tegenkom omhoog trekken en weer afglijden. Makkelijk heeft ze het niet. Op de camping is ze bekaf maar opmerkelijk genoeg voelt ze zich overal snel thuis. Beroemd is ze inmiddels ook want zoveel mensen willen haar op de foto. Als ik zin heb neem ik Happy in mijn armen, die mensen smelten dan helemaal! Maar ze laat zich niet aaien, zodra iemand het waagt mept ze flink van zich af en blaast ze weg. De boodschap is duidelijk, blijf van me af! In het begin hield ik het in de gaten en zei iedere keer weer “ze is niet aaibaar hoor”. Inmiddels laat ik het gewoon gebeuren of sta van een afstandje te kijken met heimelijk leedvermaak.

In honden is ze niet geïnteresseerd, ze bekijkt de hond in kwestie even, schat het gevaar in – niet, want de hond moet ook aan de lijn – draait zich om en gaat zich uitgebreid likken. De honden hebben het er moeilijker mee. ‘S Avonds rolt ze zich op ergens tussen mijn benen, inmiddels weet ze dat ze me niet wakker moet maken tenzij het echt nodig is. In het begin wilde ze er nog wel eens uit, gewoon om voor zich uit te staren of rondjes te draaien om de tentlijnen zodat ze iedere keer weer in de knoop kwam en ik de tent uit moest om haar er weer uit te halen. Wat een stoer superpoezenbeest is het!

Weer eens terug langs de Labe in Jaromer sla ik weer snel af om langs de Metuje verder te fietsen richting Polen. Moet ik wel eerst een gemeen bultje over. In de nog steeds volle hitte en brandende zon eerst 10% en dan nog steiler trek ik de karavaan ook met Pendix niet meer omhoog. Dat is duwen, waar ben ik weer aan begonnen… Het laatste stukje krijg ik hulp van een andere fietser die staat toe te kijken terwijl ik zowat onder de fiets verdwijn , spontaan gaat dat niet maar mijn hulpvraag kan ie ook weer niet weigeren.

Mijn laatste Tsjechische kampeerplek is in Vernerovice, niet ver van Broumov in Oostbohemen, het vroegere Sudetenland. Het is hier heuvelachtig en vooral groen. Op de kleine, mooie camping op 450m hoogte kan alles op slot… In de nacht is een stier losgebroken vanuit de naburige boerderij. Gebeurt er eindelijk wat slaap ik er gewoon doorheen! De buurvrouw schijnt flink geschrokken te zijn. Twee meter van mijn tent heeft het beest flink gescheten maar verder heeft hij me met rust gelaten. De volgende dag fiets ik na bijna 400 Tsjechische kilometers Polen binnen.